Inleiding

De toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) staat al langere tijd

onder druk. Met name de lange wachttijden vormen een probleem. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlands Zorgautoriteit (NZa) houden toezicht op de inspanningen van

met name de GGZ-instellingen en zorgverzekeraars om de wachttijden te verkorten.

De aanpak van de hoge wachttijden is een complex probleem. Met name omdat verschillende partijen met elkaar moeten samenwerken. Huisartsen en de GGZ in regio’s moeten beter samenwerken bij het verwijzen en doorverwijzen van mensen met psychische problemen. Zorgverzekeraars doen daarin mee door de afspraken die ze met de zorgaanbieders maken. Ook gemeenten hebben een rol bij beschermd wonen, schuldsanering, dagbesteding en begeleiding naar werk.

IGJ/NZa constateren dat de samenwerking en afstemming in de regio niet altijd goed gaat. De toezichthouders vatten dit samen in hun brief eind 2021 aan VWS. Wat kunnen we leren over de aanpak van de GGZ wachttijden over hoe samenwerkingen succesvol kunnen verlopen?

Samenwerken verbeteren: conclusies en aanbevelingen IGJ/NZa

Vooropgesteld dat niet alles is door de partijen in de regio direct beïnvloedbaar. Voor een deel zijn de wachttijden te wijten aan de stijgende zorgvraag en capaciteitstekorten in de regio. Daarnaast is op landelijk niveau de invulling van bepaalde voorwaarden nodig om de beoogde samenwerking te versterken, aldus IGJ/NZa.

In hun brief geven IGJ/NZa aanbevelingen voor het verbeteren van de samenwerking om de wachttijden te verkorten. Sommige van deze aanbevelingen zijn bruikbaar voor andere vormen van samenwerking.

  1. Geef prioriteit aan het creëren van vertrouwen: het opbouwen van onderling vertrouwen en daarop gebaseerde afspraken zijn belangrijke voorwaarden voor het vinden van oplossingen. Samenwerkende partijen kennen elkaar soms niet goed. Het investeren in ‘zachte factoren’, zoals nadere kennismaking en begrip voor ieders positie is noodzakelijk. Daarbij is ook verbindend (persoonlijk) leiderschap en continuïteit in de samenwerking van belang. Via dialoog krijg je zicht op elkaars belangen, motivaties en mogelijkheden. Kijk over je eigen grenzen. Begin klein op basis van intrinsieke motivatie en bouw successen uit met oog voor de lange termijn. Maak met elkaar zichtbaar waar de problemen zitten. Focus daarbij niet op onmogelijkheden van het stelsel.
  2. Doorbreek weerstand: de landelijk afgesproken doorzettingsmacht, met mogelijkheid tot escalatie, stuit in de praktijk op weerstand. Partijen onderzoeken liever wat binnen de reguliere samenwerking mogelijk is en wilenl dit op orde brengen, voordat er opgeschaald wordt.
  3. Maak duidelijke afspraken en ben daarbij concreet: de regionale vraag en het beschikbare aanbod zijn onvoldoende bekend bij partijen. Meer inzicht in cijfers is nodig om de knelpunten in kaart te brengen om de balans tussen vraag en aanbod te verbeteren. Partijen weten onvoldoende wat ze van elkaar kunnen verwachten en wat de (on)mogelijkheden en verantwoordelijkheden van de ander zijn. Concretiseer de regionale plannen voor de komende periode met duidelijk omschreven en haalbare doelen. Wat wél goed gaat is dat het urgentiebesef bij partijen gegroeid is.
  4. Evalueer en pas plannen aan: evalueer de voortgang van de regionale plannen elk half jaar. Geef wensen en aanbevelingen over belemmeringen in het systeem.
  5. Creëer budget – investeer in ondersteuning van de samenwerking: de bekostiging van (multidisciplinair) overleg, afstemming, consultatie of ondersteuning bij samenwerking blijkt van belang om de samenwerking verder te helpen. De functie van ‘de versneller’, waarbij een (onafhankelijke) figuur partijen samenbrengt en faciliteert, is zinvol om de benodigde stappen in het proces te nemen.

Geef prioriteit aan samenwerkingsvaardigheden

De aanbevelingen hierboven over het verkorten van de GGZ wachttijden zijn ook voor andere samenwerkingsverbanden nuttig. Echter, IGJ/NZa noemen in hun brief één bijzondere aanbeveling  die direct te maken heeft met hun eigen rolopvatting. Namelijk, wanneer individuele zorgaanbieders en/of zorgverzekeraars de voor hen geldende normen niet naleven, dan grijpen IGJ/NZa in. Handhaven dus. In dit verband pleiten de toezichthouders voor meer wettelijke mogelijkheden om in te grijpen bij een falende samenwerking. Samenwerken afdwingen dus.

Afdwingen is een paardenmiddel. Samenwerken is met elkaar een gezamenlijk doel bereiken. Om redenen van een gezamenlijk belang. Samenwerken is een vorm van gedeelde eigen belang. Dit afdwingen zal falen. Wat wél werkt? Stimuleer organisaties om te investeren in hun samenwerkingsvaardigheden. Stel bijvoorbeeld eisen aan bestuurders over hun samenwerkingsdeskundigheid.

Zorgorganisaties die de toezichthouders voor willen zijn kunnen bij Dispicio terecht. Wij helpen organisaties om succesvol samen te werken.

Henry Goverde