Inleiding

Onlangs heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gerapporteerd dat er onvoldoende tijdige en juiste hulp geboden wordt aan jongeren met ernstige psychische problemen. De corona crisis draagt hieraan bij. Door de beperkende maatregelen is voor deze jongeren hun dagelijkse structuur weggevallen. In verschillende periodes konden zij niet naar school, en vrijetijdsbesteding, uitgaan, sport, bijbanen en vrijwilligerswerk zijn stilgelegd.

Door de corona crisis is de problematiek onder jongeren minder gesignaleerd. Hierdoor is lichte problematiek verergert, waardoor op een later moment zwaardere hulp nodig is.

Problematiek neemt toe

De IGJ bezocht in januari en februari in 6 regio’s 20 instellingen die werken met jeugdigen en ouders. Dit zijn onder andere jeugd-ggz instellingen, wijk- en jeugdteams, Veilig Thuisorganisaties, de jeugdgezondheidszorg en kinder- en jeugdartsen. De conclusies uit dit toezicht laten een ernstige situatie zien.

De IGJ merkt dat de acute vraag naar hulp bij ernstige problemen is toegenomen. Vrijwel alle door de IGJ bezochte jeugd-ggz instellingen melden dat de complexe en chronische problematiek bij jeugdigen groter (in aantallen) en ernstiger wordt. Dit gaat bijvoorbeeld over suïcidaliteit, toegenomen gedragsproblematiek, middelenafhankelijkheid (bij jongens), eetstoornissen en zelfbeschadiging.

Zorgelijk is ook dat nieuwe groepen jeugdigen zich melden. Er is bijvoorbeeld een nieuwe groep jeugdigen met eetstoornissen die voorheen niet in beeld waren. Jongere kinderen (12- en 13 jarigen) vormen een andere groep, waarbij suïcidale gedachten en pogingen opvallen.

De instellingen verwachten dat de zorgvraag de komende tijd verder zal toenemen. Gevreesd wordt dat de coronamaatregelen nog tot twee jaar na de pandemie effect zullen hebben op jeugdigen. Ook is de verwachting dat de nadelige sociaaleconomische gevolgen van de

pandemie zullen leiden tot een hoger aantal suïcides (of pogingen daartoe) en meer opnames in de ggz. In het bijzonder worden problemen verwacht bij adolescenten en jongvolwassenen en daarnaast bij jeugdigen onder de 15 jaar uit kwetsbare gezinnen.

Verbeter de samenwerking

De inspectie ziet grote regionale verschillen in hoe gemeenten de jeugd-ggz aanpakken. In de praktijk sturen bijvoorbeeld gemeenten op normalisering door minder specialistische

zorg en/of jeugdhulp met verblijf in te kopen. Dan moet een kind uitwijken naar een andere jeugdhulpregio, mits daar wél capaciteit is.

Zorgaanbieders stellen dat vraag en aanbod uit balans zijn geraakt. Voor aanbieders is het aantrekkelijk om laag complexe zorg te bieden. Bij een lage complexiteit kunnen aanbieders met meer zekerheid de omvang en kosten van de door hen te leveren zorg inschatten. Behandeling, opvang of begeleiding van jongeren met ernstige problemen, waarvan de resultaten onzeker zijn, is niet altijd aantrekkelijk. Voor deze groep jongeren, die de zorg dringend nodig heeft, is te weinig aanbod.

De IGJ doet een dringend oproep dat partijen – rijk, gemeenten en aanbieders – met elkaar samenwerken om de zeer complexe problematiek aan te pakken. Naast de problemen in de hulp aan jongeren die om een acute oplossing vragen, zijn er ook stelselproblemen die een structurele bovenregionale aanpak vereisen, aldus het IGJ.

Henry Goverde