Inleiding

Het wetsvoorstel Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) is aangenomen door de Tweede Kamer. De verwachting is, nadat deze wet door de Eerste Kamer is aangenomen, dat deze nog in 2020 in werking zal treden.

Het wetsvoorstel stamt uit een onderzoek uit 2013 waaruit bleek dat de taakomschrijving en de aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders van met name stichtingen en verenigingen aanpassing behoefde. Doelstelling van de aanpassing is de kwaliteit van het bestuur en het toezicht voor de rechtspersonenvereniging, de stichting en de coöperatie te verbeteren. De wijzigingen hebben vooral betrekking op het semi-publieke domein.

Wat verandert?

De WBTR zal bepalingen die gelden voor bestuurders en commissarissen van naamloze en besloten vennootschappen (nv en bv) toepassen op bestuurders en toezichthouders van verenigingen, stichtingen en coöperaties. Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen genoemd:

  • uniformering van de tegenstrijdigbelangregeling: met de invoering van de WBTR gaat de voor de nv en bv geldende tegenstrijdigbelangregeling gelden voor alle rechtspersonen. Wanneer een bestuurder op grond van een tegenstrijdig belang geen besluit mag nemen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen (de WBTR hanteert de term ‘commissarissen’ en niet ‘toezichthouders’). Wanneer een raad van commissarissen ontbreekt – denk aan verenigingen – dan wordt het besluit genomen door de algemene vergadering, tenzij de statuten anders bepalen. Omdat stichtingen geen algemene vergadering kennen blijft de bevoegdheid in dat geval berusten bij het bestuur. Het bestuur moet dan wél de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen schriftelijk vastleggen;
  • aansprakelijkheid, intern en extern: aansprakelijkheid blijft een belangrijk onderwerp in governance wetgeving. Het is een complexe materie, met name vanwege de indeling in interne aansprakelijkheid (tegenover de rechtspersoon) en externe aansprakelijkheid (tegenover derden). De bepalingen voor de nv en bv gelden al voor de commerciële stichting en vereniging. De WBTR trekt de interne aansprakelijkheid van de raad van commissarissen gelijk voor alle rechtspersonen. De commissarissen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de taakvervulling van de raad van commissarissen. Een commissaris is in beginsel persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die voortvloeit uit een onbehoorlijke taakvervulling. Het verzwaren van dit aansprakelijkheidsrisico ligt in lijn met het doel van de overheid om goed bestuur en toezicht af te dwingen. De interne aansprakelijkheid voor het bestuur is al geüniformeerd door artikel 2:9 Burgerlijk Wetboek (BW).

    Door de WBTR wordt de externe aansprakelijkheid van het bestuur en de raad van commissarissen gelijk getrokken voor alle rechtspersonen. Dit levert onder meer bewijsvermoedens op van onbehoorlijk bestuur bij het niet tijdig deponeren van de jaarrekening en het niet voldoen aan de administratieplicht. Vermoed wordt dat de niet tijdige deponering en het niet voldoen aan de administratieplicht belangrijke oorzaken zijn van het faillissement. Met de invoering van de WBTR kunnen alle bestuurders en commissarissen van alle rechtspersonen tegenover derden aansprakelijk worden gesteld voor een misleidende jaarrekening en gebrekkige administratie;
  • one-tier board: verenigingen, coöperaties en stichtingen krijgen de mogelijkheid om te kiezen voor een one-tier board. Bij een one-tier board maken de toezichthouders deel uit van het bestuur. De rechtspersoon heeft dus één bestuur waarin zowel de directie als de toezichthouders zitten. Er wordt in de one-tier board onderscheid gemaakt tussen uitvoerende bestuurders en niet uitvoerende bestuurders. In sommige sectoren zal een one-tier board tóch niet mogelijk zijn vanwege specifieke sectorale wetgeving (denk aan wonen en onderwijs);
  • ontslag stichtingsbestuurder: de ontslagregeling voor bestuurders van stichtingen wordt gelijk  getrokken met de regeling die geldt voor de nv en bv. Bijzonder is dat er ‘extern toezicht’ komt op bestuurders van stichtingen. Een bestuurder die zich schuldig maakt aan wanbeheer kan op verzoek van het Openbare Ministerie of iedere belanghebbende door de rechtbank worden ontslaan.

Slot

De verwachting is dat de WBTR ongewijzigd door de Eerste Kamer zal worden aangenomen. Belangrijke onderwerpen zoals aansprakelijkheid, norm- en taakstelling van bestuurders en commissarissen worden gelijkgetrokken voor alle rechtspersonen. Vooral voor de semi-publieke sector heeft dit gevolgen. Organisaties binnen deze sectoren doen er verstandig aan om stil te staan hoe deze veranderingen impact hebben op hun governance.

Henry Goverde 06 5315 3456