Door Henry Goverde [1]

 

1.   Inleiding

Wij willen allemaal lang en gelukkig leven. En natuurlijk in goede gezondheid. Maar gezond blijven in Nederland wordt onbetaalbaar. Dit noodzaakt dat de Nederlandse gezondheidssector stevig aan het veranderen is. Vooral de AWBZ gefinancierde zorg[2] staat voor grote uitdagingen. Bezuinigingen, het anders inrichten van wonen en zorgverlening en het decentraliseren van verantwoordelijkheden aan gemeenten brengen grote uitdagingen mee voor bestuurders, toezichthouders en managers in de zorg. Er wordt een nog groter beroep gedaan op hun innovatievermogen, creativiteit en ondernemerschap. Door deze veranderingen richten zorginstellingen hun blik naar buiten, waardoor zij zich steeds zakelijker moeten opstellen en bedrijfsmatige trends eigen maken. De veranderingen betekenen ook dat zorginstellingen hun ondersteunende diensten moeten professionaliseren. Afdelingen als vastgoed, financiën, inkoop en juridische zaken staan voor een nieuw tijdperk. Dit artikel geeft een toelichting op hoe een effectieve juridische ondersteuning binnen de zorgsector kan worden vormgegeven, met oog voor zowel de verzakelijking als de zingeving.

 

2.   Verzakelijking met behoud van zingeving

Verzakelijking: noodzaak en grenzen

De veranderingen in de zorg en de toegenomen regelgeving noopt tot verzakelijking. Deze verzakelijking van de zorg is al langer gaande. Niet geheel zonder succes, maar de grens wordt bereikt. Bestuurders klagen over regeldruk, bureaucratie en stijgende administratieve lasten. Medewerkers die bewust voor de zorg hebben gekozen raken gedemotiveerd. Time management en rapporteren bevordert niet hun intrinsieke motivatie om voor de medemens te zorgen. Een populair standpunt is dat zorginstellingen meer op bedrijven moeten gaan lijken.

 

Behoud van zingeving in de zorg

Naar mijn overtuiging worden zorginstellingen nooit bedrijven. Alhoewel het een menselijke neiging is om complexe zaken te versimplificeren gaat de vergelijking met het bedrijfsleven voorbij aan de maatschappelijke functie van de zorginstelling. Het verloochenen van deze functie en te zeer de nadruk leggen op bedrijfsmatige trends is een risico voor de sector. Bovendien, zorg is zó fundamenteel voor onze samenleving dat dit niet kan worden overgelaten aan de typische grillen van het bedrijfsleven.

 

Het is voor de huidige bestuurders in de zorgsector misschien wel de allerbelangrijkste uitdaging om de motivatie onder hun medewerkers hoog te houden terwijl tegelijkertijd voldaan moet worden aan de sector-specifieke regelgeving. Het belang van zingeving als drijfveer staat centraal in moderne leiderschapsvisies. Denk aan Simon Sinek’s Golden Circle waarin hij benadrukt dat succesvolle ondernemingen zich richten op het waarom, en niet op hoe ze het doen en wat ze doen.[3] Ook Wouter Hart trekt een soortgelijke conclusie wanneer hij wijst op “de bedoeling” als verzet tegen de toenemende druk van de systeemwereld.[4] Mensen raken niet gepassioneerd door doelstellingen als efficiëntie, waarde, focus en cliëntgerichtheid. Grote leiders stimuleren hun medewerkers door hen te inspireren. Voor de zorgsector is van belang dat leiders duidelijk maken hoe een verandering bijdraagt aan de bedoeling van de organisatie en hoe het bijdraagt aan het waarom, de reden dat medewerkers oorspronkelijk kozen voor de zorg. Hieronder wordt beschreven hoe deze uitdaging ook geldt voor de juridisering in de zorgsector.

 

 3.   Zorgjuridische Zaken

Juridisering in de zorgsector: noodzaak, risico’s en kansen

De verzakelijking in de zorg vereist een actieve en doorlopende aandacht voor de juridische positie en verantwoordelijkheden van zorginstellingen. Of het nu gaat om nieuwe samenwerkingsvormen met gemeenten, het voldoen aan nieuwe regelgeving op het gebied van kwaliteit of privacy, zich te weer stellen tegen ingewikkelde of gevoelige claims vanwege verzorging en verpleging of het sluiten van (zorg)inkoopcontracten, aan al deze trajecten zitten complexe juridische aspecten.

Dit zal leiden tot verdere juridisering van de sector en stelt hogere eisen aan de juridische ondersteuning van zorginstellingen. Over het algemeen beschikken zorginstellingen niet over eigen juridische afdelingen. Meestal wel over arbeidsjuristen, als onderdeel van de P&O functie. Overig juridisch werk wordt gedaan door de secretaris van de raad van bestuur; wat meestal betekent het uitbesteden aan advocatenkantoren. Het beschikken over structurele juridische ondersteuning is onontkoombaar nu zorginstellingen steeds meer kenmerken vertonen van een ‘gewoon bedrijf’. Door de toenemende verzakelijking (en juridisering) is er wel een groot risico aanwezig dat de zorg door een onevenredige nadruk op regels overgereguleerd wordt ten koste van de werkelijke bedoeling van de zorg; het leveren van optimale zorg.

Het niet beschikken over een eigen bedrijfsjurist of –juridische stafdienst biedt hier een kans. Juridische ondersteuning van buiten kan namelijk zodanig worden ingericht dat wordt voldaan aan de specifieke eisen van de zorgsector echter zonder overregulering en met behoud van het kunnen leveren van optimale zorg. Hoe de zorgjurist op basis van moderne inzichten hier inhoud aan geeft wordt in het onderstaande toegelicht.

 

De zorgjurist

De verzakelijking in de zorg is voornamelijk gebaseerd op nieuwe wet- en regelgeving. Veranderingen worden afgedwongen met regels en beleid. Zorginstellingen worstelen hoe hiermee om te gaan; hoe moeten ze aantonen dat ze aan deze regels voldoen. Hart’s systeemwereld neemt alsmaar toe. Maar wil de zorgsector succesvol veranderen dan moet de focus worden gericht op intrinsieke motiverende factoren en niet op de toenemende druk van de systeemwereld. De jurist binnen een zorginstelling heeft hierin een belangrijke rol.

 

Over het algemeen klampen juristen zich graag vast aan de overeenkomst, de van toepassing geachte rechtsregel, rechterlijke uitspraak of precedent. ‘De jurist denkt en argumenteert meteen in juridische categorieën in plaats van als uitgangspunt te nemen de vraag: waar gaat het eigenlijk om?’, aldus Vranken.[5] Juristen die denken in regels en precedenten versterken de systeemwereld.[6] De regel wordt dan de vijand van de bedoeling en het waarom; en regels die los zijn geraakt van de bedoeling inspireren niet. Niet de regel hoort centraal te staan maar de bedoeling. Van systeemdenken naar functioneel denken. Nodig zijn juristen die een antwoord geven op de vraag: waar gaat het eigenlijk om? Juristen die realiseren dat contractualisering het risico bevat van een zekere de-responsabilisering. Het Vlaamse onderzoeksreport ‘Juridisering van de Zorgsector’ uit 2013 noemt dit risico, waarbij men zich

 

“verschuilt achter het argument dat men formeel in orde is met de reglementering om niet te handelen, om niets meer te doen dan strikt reglementair vereist wordt. Hier dreigt het gevaar van een minimuminvulling van de zorgrelatie. Zo trachten zowel overheden als zorgaanbieders zich steeds vaker ‘in te dekken’, respectievelijk door bijvoorbeeld standaardformules in wetten (‘als het budget voldoende is’) en toestemmingsformulieren en contracten.”[7]

 

Wat nodig is, is dat juristen als intrinsiek gemotiveerde raadslieden hun bestuur adviseren hoe met deze systeemwereld om te gaan, zodat de instelling trouw kan blijven aan de normen waarvoor zij staat. Aan haar waarom; aan haar bedoeling. Waarvan de voornaamste is het voldoen aan hun maatschappelijke functie.[8] Dit vergt van de jurist een sterke affiniteit met het eigen karakter van de zorgsector, terwijl over kennis en kunde wordt beschikt vanuit het reguliere bedrijfsleven of advocatuur. De zorgsector heeft juristen nodig die toetsen hoe in het concrete geval toepassing van de regel ‘de bedoeling van de zorgsector’ bevordert en die hiermee katalysator zijn van een cultuur waarin ‘de bedoeling’ centaal staat en de systeemwereld als middel ziet en niet als doel. Ik pleit daarom voor de benaming ‘zorgjurist’ voor juristen die deze uitdaging oppakken binnen de veranderende zorgsector.

 

Taken en verantwoordelijkheden van de zorgjurist

De belangrijkste uitdaging voor de zorgjurist is functioneel en niet systeemgericht werkzaam te zijn. Zijn voornaamste taken en verantwoordelijkheden zijn:

  • juridische ondersteuning, begeleiding en advisering van het management op strategisch, tactisch en operationeel niveau;
  • advisering met betrekking tot juridische structurering van nieuwe samenwerkingsverbanden;
  • contractbeheer en –management, opstellen en beoordelen van contracten, voorwaarden en protocollen;
  • geven van advies en indien nodig het verlenen van rechtsbijstand in geschillen;
  • contactpersoon voor wettelijke toezichthouders en externe adviseurs;
  • actief volgen van relevante wet- en regelgeving en het adviseren hoe hiermee om te gaan;
  • betrokken zijn in consultatie trajecten voor nieuw wet- en regelgeving;
  • feedback aan wetgevende instanties geven over de efficiency van regels;
  • het verbeteren van het juridische bewustzijn binnen de organisatie;
  • vraagbaak en eerste aanspreekpunt op juridisch gebied.

 

4.   Zorgjuridische Zaken, Compliance en Risk management

 Naast deze taken is de moderne zorgjurist ook werkzaam op het in omvang toenemende terrein van risicomanagement en compliance. De Zorgbrede Governance Code noemt risicomanagement als een van de voornaamste taken van de raad van bestuur van de instelling.[9]

 

“Risicomanagement betreft niet alleen de financiële risico’s van de zorgorganisatie, maar ook risico’s als kwaliteit van zorg, patiëntveiligheid, imago- en marktrisico’s, bouwinvesteringen en fusietrajecten.”[10]

 

Met ‘compliance’wordt aangeduid dat een organisatie werkt in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving of eigen standaarden. Het niet voldoen aan wet- en regelgeving is risicovol, waardoor een nauw band bestaat tussen risicomanagement en compliance. De komende jaren zal risicomanagement en compliance in belang toenemen. Gemeenten, zorgverzekeraars en wettelijke toezichthouders zullen aan zorginstellingen hogere eisen stellen over hoe risico’s worden beheerst en hoe aangetoond wordt dat aan wet- en regelgeving is voldaan. Ook contractualisering zal meer nadruk leggen op bewijsvoering, rapportering en audit trails. Bij dit alles heeft de zorgjurist een ondersteunende taak bij het adviseren hoe aan wet- en regelgeving te voldoen. Zonder daarbij een katalysator te worden van de systeemwereld.

 

5.   Slot

Van belang is om de komende tijd invulling te geven aan de taken en verantwoordelijkheden van directies en management van zorginstellingen op het gebied van Juridische Zaken, Compliance en Riskmanagement. Dit in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling van de zorgsector: het optimaal inspelen op de behoeften van de zorgcliënt. Dit vereist een juridische discipline  met voldoende kennis van het bedrijfsleven en de diepere bedoeling van de zorgsector. Juristen die een antwoord geven op de vraag: waar gaat het eigenlijk om? Om te voorkomen dat zij katalysator worden van de systeemwereld. Juristen die de uitdaging aangaan om verbindingen te leggen met de wereld van compliance en risk management, om te kunnen adviseren hoe efficiënt aan wet- en regelgeving te voldoen.

 

[1]. Zelfstandige juridische raadgever zorgsector. Ruim twintig jaar advies- en belangenbehartigingervaring binnen de verstandelijke gehandicaptenzorg. Voormalige directeur Concern Juridische Zaken Interpolis en Group Compliance Officer Achmea. Eigenaar Working Sunrise Consultancy: info@workingsunriseconsultancy.nl
[2]. De AWBZ gefinancierde zorg omvat vooral verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT), verstandelijk gehandicaptenzorg (VG) en geestelijke gezondheidszorg (GGz).
[3]. Simon Sinek, Start with Why: how great leaders inspire everyone to take action, Penguin Group, 2009. Inspirerend is Sinek’s TED Talk, gekozen tot een van de meest populairste lezingen. http://www.ted.com/talks/simon_sinek_how_great_leaders_inspire_action
[4]. Wouter Hart in samenwerking met Marius Buiting, Verdraaide Organisaties: terug naar de bedoeling, Kluwer, Deventer, 2012.
[5]. J.B.M. Vranken, Verhullend argumenteren in het vermogensrecht; Preadvies Vereniging voor Wijsbegeerte van het Recht, Springen met lemen voeten, Netherlands Journal of Legal Philosophy, 1, (2004).
[6]. Voor een interessante beschouwing over typische juridische redenering zie het review van Klaus Rozemond over Frederick Schaur’s boek Thinking Like a Lawyer, Harvard University Press, 2009 (Klaus Rozemond, ‘Thinking Like a Lawyer’, ReM 2011-1, p. 112-116).
[7]. Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Juridisering van de zorgsector, Leuven, oktober 2013, pagina 75.
[8]. Zie voor de zorgorganisatie als maatschappelijke onderneming, artikel 2.1 Zorgbrede Governance Code, januari 2010.
[9]. Artikel 3.1, Zorgbrede Governance Code.
[10]. Zorgbrede Governance Code, pagina 46.