Inleiding

Met ingang van 1 januari 2019 is de nieuwe Governance Code Cultuur 2019 van kracht. De recente wijzigingen brengen deze code in lijn met die van andere sectoren.

Hieronder de belangrijkste wijzigingen op een rij.

Governance Code Cultuur 2019

Governance gaat over het besturen en de continuïteit van organisaties, aldus het voorwoord bij de nieuwe code. Het bewust omgaan met governance is van groot belang voor de versterking van culturele organisaties en voor een gezonde cultuursector.

De code komt niet in de plaats van de eigen verantwoordelijkheid van bestuurders en toezichthouders. De code is bedoeld om bewustwording en kritische reflectie door bestuur en toezicht te stimuleren.

De code is principle based: het bevat acht algemeen geldende principes waarvoor geldt ‘pas toe én leg uit’. Per principe zijn aanbevelingen uitgewerkt, waarvoor geldt ‘pas toe óf leg uit’. 

Binnen de cultuursector zijn vier ontwikkelingen merkbaar die tot nieuwe thema’s in de herziene code hebben geleid:

  1. cultuurorganisaties hebben groeiende ambities waardoor het veld van belanghebbenden diverser en complexer wordt;
  2. deze verandering brengt mee dat organisaties vaker te maken krijgen met verschillende type van financieringen. Dat vergroot de complexiteit van besturen en toezichthouden;
  3. er heerst soms verwarring over de taakverdeling tussen bestuur en toezicht;
  4. het gaat wel eens mis op het punt van integriteit.

De cultuursector houdt rekening met verschillende soorten besturingsmodellen. In deze nieuwe code is het besturingsmodel met een raad van toezicht het uitgangspunt. De code is ook geschikt voor andere besturingsmodellen; hiervoor is een toolkit beschikbaar.

Vier thema’s en acht principes

De nieuwe code kent vier thema’s en acht principes:

A.    waarde scheppen voor en in de samenwerking:

1.   de organisatie realiseert haar maatschappelijke doelstelling door culturele waarde te creëren, over te dragen en/of te bewaren:

2.   de organisatie past de principes van de Governance Code Cultuur toe en licht toe hoe zij dat heeft gedaan (pas toe én leg uit). De organisatie volgt de aanbevelingen op en wijkt daar alleen gemotiveerd van af (pas toe óf leg uit);

B.    integer en rolbewust handelen:

3.   bestuurders en toezichthouders zijn onafhankelijk en handelen integer. Zij zijn alert op belangenverstrengeling, vermijden ongewenste belangenverstrengeling en gaan op een transparante en zorgvuldige wijze om met tegenstrijdige belangen;

4.   bestuurders en toezichthouders zijn zich bewust van hun eigen rol en de onderlinge verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en handelen daarnaar;

C.    zorgvuldig besturen:

5.   het bestuur is verantwoordelijk voor de algemene en dagelijkse leiding, het functioneren en de resultaten van de organisatie;

6.   het bestuur gaat zorgvuldig en verantwoord om met de mensen en de middelen van de organisatie;

D.    goed toezicht uitoefenen:

7. de raad van toezicht voert zijn toezichthoudende, adviserende en werkgeversrol op een professionele en onafhankelijke wijze uit;

8.  de raad van toezicht is verantwoordelijk voor zijn samenstelling en waarborgt daarbij deskundigheid, diversiteit en onafhankelijkheid.

Bijzondere aandacht voor belangenverstrengeling

In de code wordt uitdrukkelijk ingegaan op diverse aspecten van belangenverstrengeling. Onder belangenverstrengeling wordt verstaan een situatie waarin een bestuurder of toezichthouder meerdere belangen of functies heeft die elkaar raken. Omdat de code spreekt over “ongewenste belangenverstrengeling”, wordt een ‘gewenste belangenverstrengeling’ voor mogelijk gehouden. In de toelichting wordt gesteld dat belangenverstrengeling voor culturele organisaties nuttig en zelfs nodig zijn. Bijvoorbeeld in het kader van fondsenwerving door bestuurders of de netwerkfunctie van toezichthouders. Een belangenverstrengeling is ongewenst wanneer de belangen een zodanige invloed op elkaar hebben dat de onafhankelijkheid van een bestuurder of toezichthouder in het geding komt. Daardoor kan de organisatie worden beschadigd en vertrouwen en/of legitimiteit verliezen. Een tegenstrijdig belang is een direct of indirect persoonlijk belang van een bestuurder of toezichthouder dat deze niet meer in staat is om de belangen van de organisatie op een integere, objectieve en onbevooroordeelde wijze te behartigen.[1]

Transparantie en alert zijn

Het is bijzonder om in de toelichting op een governance code te lezen dat ‘belangenverstrengeling kan (…) nuttig en zelfs nodig zijn’. Dit vormt een uitzondering op de hoofdregel, die min of meer verwoord is in de Nederlandse Corporate Governance Code, namelijk dat ‘elke vorm van belangenverstrengeling (…) wordt vermeden.[2]

Het genuanceerd omgaan met belangenverstrengeling vereist een hoge mate van transparantie, met name van de raad van toezicht. Met name de voorzitter van de raad zal bijzonder alert moeten zijn op mogelijke afwijkende percepties van buitenstanders wanneer zij van mening zijn dat sprake is van ongewenste belangenverstrengeling. Geen geringe uitdaging lijkt mij.

Henry Goverde


[1]. Zie de toelichting op de code, pagina 17.

[2]. Principe 2.7 Nederlandse Corporate Governance Code.